Forensisch onderzoek in het private werkveld biedt toegang tot de wetenschappelijke forensische technieken voor iedereen die via sporenmateriaal vragen wil beantwoorden. De wetenschap biedt ons vele mogelijkheden die opheldering en zekerheid kunnen bieden in veel verschillende situaties.
Maar het is geen wondermiddel of magie.
Een eerlijk advies over de mogelijkheden en verwachtingen die je mag hebben van het onderzoek, helpt je veel meer dan beloftes over wonderbaarlijke resultaten die in de praktijk niet waargemaakt kunnen worden.
Daarom in dit artikel enkele valse verwachtingen die mensen kunnen hebben over privaat forensisch onderzoek.
Particulier forensisch onderzoekers kunnen personen niet dwingen tot de afgifte van identificerend materiaal
Regelmatig richt forensisch onderzoek zich op het vergelijken van gevonden materiaal met identificerende kenmerken van een persoon, zoals vingerafdrukken, handschrift of DNA. Om het vergelijkend onderzoek te kunnen uitvoeren zijn dan identificerende sporen van een persoon nodig, die vervolgens worden vergeleken met de gevonden sporen na bijvoorbeeld een diefstal of op een anonieme brief.
De afgifte van deze vergelijkingssporen kan alleen plaatsvinden op vrijwillige basis. Als een betrokkene weigert zijn vingerafdrukken af te staan voor onderzoek, houdt het op.
Soms kan de weigering wel worden voorgelegd aan een rechter. De rechter kan dan beslissen om de betrokkene op te leggen mee te werken aan het onderzoek. Maar dat zal niet lichtvaardig gebeuren.
Particulier forensisch onderzoekers kunnen personen niet dwingen tot de afgifte van willekeurig ander materiaal
Sporenmateriaal dat moet worden onderzocht, maar niet in het bezit is van onze opdrachtgever, mogen we niet zomaar op gaan halen bij de persoon die het nu bezit. Inbeslagname van goederen is niet iets dat private instellingen kunnen uitvoeren. Ook hier kan soms een verzoek tot afgifte van het materiaal ten behoeve van nader forensisch onderzoek wel aan een rechter worden voorgelegd.
Personen moeten op de hoogte worden gebracht van het uitgevoerde onderzoek
Als in het private werkveld een onderzoek plaatsvindt, moet op enig moment de betrokkene op de hoogte worden gebracht van het onderzoek. Een persoon onderzoeken en hem vervolgens niets vertellen over dit onderzoek, mag niet. Deze informering kan wel uitgesteld worden op het moment dat het inlichten van de betrokkene een nader politieonderzoek in de weg zou staan, maar uiteindelijk moet de betrokkene worden ingelicht.
Ook wanneer het onderzoek uitwijst dat de persoon die is onderzocht niets verkeerd heeft gedaan.
Toegang tot databases
Particulier forensisch instituten hebben geen directe toegang tot forensische databases met vingerafdrukken of DNA-profielen. Dat betekent dat bij een onderzoek naar deze sporen, altijd vergelijkingsmateriaal (referentiemateriaal) verkregen moet worden. Particuliere instituten mogen ook zelf geen databases aanleggen.
Bij ieder onderzoek zal dus referentiemateriaal moeten worden verzameld. En – zoals hierboven aangegeven – kan dat alleen met vrijwillige medewerking van de betrokkene.
Als een opdrachtgever echt geen enkel idee heeft van de mogelijk betrokkene, kan het soms heel lastig zijn om juist referentiemateriaal te verzamelen. Al lukt het in bijna alle gevallen wel.
Kwaliteit aanwezige sporen
Forensisch onderzoek richt zich op de sporen die achterblijven na contact. Bijvoorbeeld vingerafdruksporen of handschrift op een anonieme brief of spermavlekken in kledingstukken. Deze sporen moeten aan een bepaalde kwaliteit voldoen voordat er gedegen onderzoek kan plaatsvinden.
Als er alleen maar kleine stukjes vingerafdrukspoor aanwezig zijn, of alleen maar vegen op een anonieme brief, zijn er niet voldoende unieke kenmerken in de afdruk om een vergelijkend onderzoek uit te voeren. En wanneer er slechts twee woorden op een papier geschreven zijn, is dat meestal onvoldoende om een handschriftvergelijkend onderzoek naar uit te voeren. De kenmerken waarop het onderzoek zich richt, zijn dan simpelweg onvoldoende aanwezig voor een gedegen onderzoek.
Een onverwacht of ongewenst resultaat
De onderzoeksresultaten zijn zoals ze zijn. De technieken die we gebruiken geven ons informatie over de sporen die er zijn. Als de sporen er niet zijn, kunnen we ze ook niet onderzoeken. En als de sporen een bepaald antwoord niet geven (zoals bijvoorbeeld de betrokkenheid van persoon X), dan kunnen we die betrokkenheid niet aantonen.
Veelvuldig geven opdrachtgevers al in een heel vroeg stadium aan dat ze ‘wel weten hoe het zit’, maar dat niet kunnen aantonen. Natuurlijk luisteren we wel naar deze vermoedens en zullen we de informatie ook meenemen in het onderzoek. Maar de uiteindelijke conclusies zijn gebaseerd op de onderzoeksresultaten, en niet op de vermoedens van de opdrachtgever. Soms leidt dit tot een onverwacht resultaat.
Privaat forensisch onderzoek
Bovenstaande klinkt alsof privaat forensisch onderzoek voornamelijk beperkingen kent.
Niets is minder waar.
Private onderzoekers zijn niet gebonden aan prioritering van onderzoeken. Private onderzoekers werken voor en met hun opdrachtgevers. Je wordt op de hoogte gehouden van het onderzoek, de aanpak en de voortgang. Je wordt betrokken bij de bevindingen en de werkwijze. En je mag uiteindelijk zelf beslissen wat je met de onderzoeksresultaten gaat doen.
Inhoudelijk is het forensische onderzoek sowieso niet anders. De wetenschappelijke technieken werken en zijn betrouwbaar omdat ze volgens vaste procedures worden uitgevoerd.
En via private aanbieders kan ook jij gebruik maken van alle kennis en mogelijkheden die de wetenschap ons biedt.
Heb je vragen? Neem dan vrijblijvend contact op met de forensisch adviseurs van Forensicon. Heel veel kan, en je mag in ieder geval een eerlijk antwoord verwachten.
Samen naar de waarheid!
Cynthia
Als altijd weer een informatieve en interessante nieuwsbrief. Ik worstel dit keer wel met de zin “Als een opdrachtgever echt geen enkel idee heeft van de mogelijk betrokkene, kan het soms heel lastig zijn om juist referentiemateriaal te verzamelen. Al lukt het in bijna alle gevallen wel.” kijkend naar de context en de rest van het artikel en de geschetste beperkingen. Roept de vraag op welke ’trucendoos’ opengaat om het toch mogelijk te maken? Misschien iets voor een volgende nieuwsbrief/blog?
Hallo Paul,
De trucendoos betreft voornamelijk ‘doorvragen’. Geen groot geheim dus.
Maar inderdaad mogelijk een mooi punt voor een nieuw artikel.
Groeten,
Cynthia