Uit verschillende onderzoeken blijkt dat we onbewust beïnvloed worden door onze verwachtingen en focus. Als we verwachten iets te zien, zoeken onze hersenen naar bevestiging van het beeld dat we beogen te zien.
Mensen die graag zwanger willen worden, ervaren allemaal ‘symptomen’ waardoor ze verwachten inderdaad zwanger te zijn. Als je vermoed dat je partner vreemdgaat, zie je ineens allerlei gedrag en signalen die ertoe leiden dat je vermoeden wordt versterkt (zelfs als er helemaal geen sprake is van ontrouw). En mensen die angstig de dagen aftellen tot een tandartsafspraak zijn zich meer bewust van iedere gevoeligheid aan hun gebit.
Menselijk
Deze beïnvloeding is natuurlijk en menselijk. Onze hersenen zoeken naar bevestiging van hetgeen we vermoeden. Zelfs als er ook signalen zijn die ons vermoeden juist ontkrachten, zijn we geneigd om deze signalen weg te wuiven en meer aandacht (en gewicht) te geven aan de signalen die aansluiten bij onze verwachting.
Forensisch deskundigen zijn net mensen. Ook zij hebben last van deze beïnvloeding.
Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat forensisch deskundigen die (veel) contextinformatie krijgen over de zaak waarbinnen hun onderzoek speelt, hun conclusies en bevindingen (kunnen) afstemmen op de verwachting die is ontstaan uit de achtergrondinformatie.
Zie bijvoorbeeld hier en hier.
Contextinformatie
In sommige forensische disciplines wordt deze invloed geëlimineerd door te werken met apparatuur.
Als een automobilist moet blazen, geeft het alcoholtestapparaat aan of er wel of geen alcohol in de uitgeademde lucht aanwezig is. De apparatuur zal immers niet beïnvloed raken door het weggedrag of de lege bierblikjes op de bijrijdersstoel en de alcohollucht die in de auto hangt. Als in de uitgeademde lucht geen alcohol aanwezig is, zal het apparaat een negatieve uitslag weergeven.
De menselijke neiging zal wellicht wel aanleiding geven voor de onderzoeker om na te gaan of het apparaat niet kapot is. Op basis van alle andere signalen lijkt het er toch echt op dat deze persoon onder enige invloed van alcohol verkeert…
Bij andere forensische disciplines – de disciplines waarbij deskundigen op basis van hun eigen waarnemingen een oordeel formuleren over hetgeen ze onderzoeken – speelt deze beïnvloeding een nog grotere rol. Bijvoorbeeld een deskundige die onderzoekt of een verwonding in een lichaam gecreëerd kan zijn met een bepaald mes. Of de schriftdeskundige die nagaat of de het handschrift op een anonieme brief overeenkomt met het handschrift van een specifiek persoon.
Als de deskundige ervan op de hoogte wordt gebracht dat het mes met daarop aanwezig het bloed van het slachtoffer, is aangetroffen op de plaats delict, en de schriftdeskundige wordt verteld dat de verdachte de ontvanger van de dreigbrief al twee jaar stalkt, kan deze informatie onbewust bijdragen aan de conclusievorming van de deskundige.
Deskundigen trainen zich erin om objectief onderzoek te doen. En ook te concluderen dat een mes de verwonding niet gemaakt kan hebben of dat het ‘onwaarschijnlijk’ is, en dat het handschrift van de betrokkene (ook) afwijkingen vertoont van het schrift op de dreigbrief.
Maar doordat de beïnvloeding onbewust plaatsvindt, kunnen de beste en meest objectieve deskundigen alsnog ten prooi vallen aan hun eigen hersenen.
Het beste is dus om ervoor te zorgen dat een forensisch deskundige geen irrelevante contextinformatie over de zaak ontvangt en aangeeft welke informatie hij wel voorafgaand aan het onderzoek heeft ontvangen. Zo kan later altijd worden nagegaan of deze informatie wellicht toch voor sturing heeft kunnen zorgen.
Het gewenste resultaat van de aanvrager
In de private forensische sector is dit soms nog best lastig. Private aanbieders van (forensisch) onderzoek worden immers benaderd door een partij die op zoek is naar iemand die hem kan helpen. Die kan aantonen dat hij niet de auteur is van een handtekening onder een leenovereenkomst of iemand die kan aantonen dat schade aan een voertuig is ontstaan door een ander voertuig en niet door zelf tegen een paaltje aan te rijden.
Ofwel; de verzoeker heeft een wenselijke uitkomst.
Om te voorkomen dat dit ‘gewenst resultaat’ bij de deskundige bekend is voorafgaand aan zijn onderzoek, wordt gewerkt met een tussenpersoon, de forensisch adviseur.
Deze adviseur luistert naar het verhaal van de verzoeker en adviseert over het onderzoeksmateriaal en de forensische onderzoeken die meer helderheid kunnen scheppen in de situatie. De forensisch deskundige krijgt vervolgens alleen die informatie die nodig is om het onderzoek uit te voeren, zonder de achtergrondinformatie van de verzoeker.
Samen naar de waarheid!
Cynthia
Interessant, In 2002 werd ik geschept door een automobilist terwijl ik op mijn fiets reed.
Een getuige, die daar woonde verklaarde aan de politie:
Die mevrouw rijd hier vaker, ze slingert altijd, ik denk dat ze vaak dronken is.
Men heeft ter controle bloed afgenomen.
Grappig toch, als je bedenkt dat ik nooit alcohol nuttig en voor het eerst in vijf jaar weer in Groningen op de fiets zat, ik was lange tijd niet in staat om te fietsen vanwege ziekte, ik woonde bij Zuidlaren dus de man had mij vast ook niet vaak gezien.