Een forensisch onderzoek start met het vaststellen van de doelstelling van de opdrachtgever. Uit de vastgestelde doelstelling volgen (één of meestal) meerdere vragen die gezamenlijk leiden tot het bereiken van deze doelstelling. En als bekend is welke vragen moeten worden beantwoordt, kan worden nagegaan met welke onderzoeksmethoden deze vragen kunnen worden beantwoordt.

Het opstellen van de juiste vraagstellingen is erg belangrijk in een onderzoek. Wanneer men een verkeerde vraag stelt, is meestal het gevolg dat het antwoord niet bijdraagt aan het bereiken van de doelstelling.

Een goede vraagstelling bestaat uit een aantal facetten en voldoet aan een aantal voorwaarden. 3 Aspecten van een goede vraagstelling worden hieronder besproken.

Een juiste vraagstelling …

  • … beantwoordt (een deel van) de doelstelling

Een juiste vraagstelling leidt tot een antwoord dat bijdraagt aan het bereiken van de doelstelling.

Met de bestaande onderzoeksmethoden en de mogelijkheden die de moderne wereld ons biedt, kan allerhande informatie worden verzameld over personen, bedrijven en situaties. De hedendaagse kennis zorgt ervoor dat we vele tientallen sporen kunnen verzamelen en onderzoeken. Maar niet al deze sporen en de onderzoeksresultaten die kunnen worden gegenereerd dragen bij aan het bereiken van de doelstelling die wordt nagestreefd.

Een vraagstelling en een onderzoek dat leidt tot antwoorden die niet bijdragen aan de doelstelling van het overkoepelende onderzoek, kosten onnodig tijd, energie en geld. En wanneer er persoonsgegevens worden verzameld bij deze onderzoeken, vindt er zelfs een onrechtmatige schending van de privacy van betrokkenen plaats. De informatie die is verzameld heeft immers geen toegevoegde waarde voor het bereiken van de beoogde doelstelling.

  • … is niet vooringenomen

Een onderzoek wordt vaak gestart vanuit het vermoeden dat er onrechtmatige zaken plaatsvinden. Een opdrachtgever zal immers vaak pas een privaat onderzoeker inschakelen wanneer hij vermoedt dat hij onrechtmatig wordt of is behandeld.

Hieruit spreekt een bepaalde vooringenomenheid. Zeker wanneer de opdrachtgever voor zichzelf al zeker is over hetgeen er plaatsvindt, maar alleen nog zoekt naar bevestiging of naar een manier om zijn claim te kunnen aantonen.

In deze situaties is het de taak van de onderzoeker om bij het vaststellen van de doelstelling en het formuleren van de vraagstellingen de objectiviteit te bewaken. Uit de vraagstelling mag nooit een bepaald antwoord blijken.

  • … is een gesloten vraag

Vaak wordt gezegd dat men met open vragen méér antwoord krijgt. En op zich is dat ook zo. Wanneer een gesloten vraag wordt gesteld, kan immers antwoord gegeven wordt met één woord.

Toch is een gesloten vraagstelling in een forensisch onderzoek beter dan een open vraag. Bij een open vraag kan het antwoord immers worden ingevuld door de onderzoeker. Hij geeft antwoord waarin de aspecten zijn beantwoordt die hij zelf belangrijk vindt.

Een gesloten vraagstelling geeft helderheid over wat er wordt beantwoordt.

Betreft deze substantie bloed? Komt dit DNA-profiel overeen met het DNA-profiel van deze persoon? Bestaat er verwantschap tussen deze twee personen? Zijn er voor vergelijking bruikbare vingerafdrukken op deze brief aanwezig? Etcetera etcetera.

Dit zijn allemaal gesloten vragen.

Een gesloten vraag kan ook meerdere antwoorden genereren. Bovengenoemde vraagstellingen kunnen allemaal resulteren in een ‘ja’ of een ‘nee’. Soms aangevuld met extra informatie.

Welke van de volgende stoffen zijn aanwezig in het hoofdhaar van deze persoon?

Bij een gesloten vraagstelling is het ook gemakkelijker om een vervolgvraag te formuleren na het verkrijgen van een antwoord. Bij een gesloten vraag is immers bekend welke factoren zijn onderzocht en beantwoordt. Bij een open vraag beslist de onderzoeker welke facetten hij meeneemt in zijn onderzoek en het formuleren van zijn antwoordt.

Het antwoord

Het antwoord op een juiste vraagstelling is altijd onderbouwd. Een simpel kort antwoord op een vraag is prettig omdat het duidelijkheid geeft. Maar in forensisch onderzoek moet een antwoord altijd worden onderbouwd met de redenen die de onderzoeker ertoe leiden om het betreffende antwoord te geven. Ook wanneer het antwoord een simpel ja of nee betreft.

Let wel dat het antwoord op een onderzoeksvraag niet een antwoord op de doelstelling geeft.

Wanneer de doelstelling het achterhalen van de identiteit van de dief betreft, geeft een antwoord op de vraag ‘Zijn de aanwezige vingerafdrukken op deze kluis afkomstig van persoon x’  niet direct een antwoord op de vraag of persoon x ook de dader van de diefstal is.

Het beantwoorden van de doelstelling ligt anders dan het beantwoorden van een vraagstelling.

De antwoorden op de vraagstellingen gezamenlijk leiden vaak tot een waarschijnlijkheid als antwoord op de doelstelling, maar zeer zelden tot zekerheid.

Samen naar de waarheid!
Cynthia